In één klap 650.000 nieuwe vrienden. Als je ze niet ziet aankomen is dat een forse uitbreiding. Het overkwam mij een aantal maanden geleden. Zonder mijzelf dit expliciet voor te nemen rolde ik zomaar in de subcultuur die motorrijden heet. Verbazing voelde ik letterlijk door mijn lichaam rillen.
Motorrijden voelt letterlijk als vrijheid. Overal naar toe met frisse wind door je helm, jas en broek. Heerlijk! Toen ik de eerste keer op een (geleende) motor stapte gebeurde er wat extra bijzonders. Ineens was ik deel van een subcultuur. Daarnaast werd per ik per direct uit een andere, nog veel grotere verwijderd. Wat ik bedoel? Vooraf had ik helemaal niet beseft dat ik plotsklaps 650.000 motorvrienden erbij zou krijgen. Bijna de volledige populatie van Amsterdam. Enige wat ik hoefde te doen was op een motor gaan zitten. Vrouwen en mannen die mij passeerden toonden hun verbondenheid door een uitstekend handje, knik met de helm of uitstekend been. De eerste 10 keer voelde echt bijzonder onwennig, tegen het onprettige aan. Mensen die vanaf de andere kant van de weg naar je zwaaien zonder dat je ze kent. Het fijne is dat het een meer dan vriendelijke groep is. Als je ergens staat te wachten word geïnteresseerd gevraagd hoeveel paarden in de motor zitten of ontvang ik van wildvreemden complimenten over de vorm van de motor. Dat is mij bij mijn auto nog nooit overkomen.
In Amsterdam is de motor functioneel ook ideaal, je kunt en mag alle files voorbij rijden en voor aansluiten. Lekker efficiënt en als zelfstandig professional zijn een groot deel van de motorkosten fiscaal aftrekbaar. De fiscus heeft hier de bewijslast in plaats van de gebruiker. Aan het einde van het jaar zeg ik dat ik 10% van de tijd de motor privé heb gebruikt en verreken dat. Als de fiscus dat niet geloofd moeten zij het tegendeel bewijzen.
Nadeel is de subcultuur waar ik plots geen onderdeel van ben. Namelijk de vaak chagrijnige autobestuurders. Gemakshalve schaar ik dat onder jaloezie. Irritant wordt het als ik bewust door een personenauto wordt afgesneden of niet wordt toegelaten op de snelweg. Wat is dat toch? Eigenlijk heb ik echt geen idee en kan ik enkel gissen. Komt het door de radicalisering van de motor subcultuur? Rijders die ontzettend hard tussen files doorracen of die altijd moeten ‘drukken’ op de linker rijstrook?
Even een vraagje, toen jij kon fietsen of je slaagde voor autorijbewijs, wat zeiden de mensen om je heen? Waren ze wellicht oprecht blij voor je of ging dat net als bij mij nu met mijn motor?
Een veelgehoorde reactie:’ Oh gefeliciteerd, een motor!’ En dan gelijk in de volgende zin: ‘ Ik ken iemand die over een overstekende stoeptegel is gereden en vervolgens met volle vaart tegen een vrachtwagen EN trein is gereden. Hartstikke dood.’
Ok fijn dat je meeleeft zeg ik dan. Maar wat is dat toch, die drang om dat aan mij te vertellen? Als je het aantal verhalen optelt en rijders kent, hoeveel ongelukken moeten dan wel niet zijn per jaar? Heb het opgezocht en hou je vast…. in 2013 waren dat 29 dodelijke motorongelukken. Veel als je het afzet tegen het aantal gereden kilometers (ongeveer 3.400 per rijder). Maar als je het afzet tegenover de 193 dodelijke auto ongelukken, of 184 op de fiets? Zelfs met een scootmobiel (je weet wel die oorspronkelijk voor omaatjes maar nu voor aanstormende tokkies), daar zelfs meer dan met de motor. (33)
Mensen blijf je verbazen, zet af en toe de selectieve perceptie van gevaarlijk motorrijden opzij, meet weet en bespreek de realiteit. En ik, ik blijf gewoon voorzichtig en respectvol motorrijden.
Op veler verzoek nu beschikbaar! Nu gratis aanmelden voor de persoonlijke emailnotificatie. Altijd op de hoogte van de nieuwste posts. (max. 1 per week en geen spam).